dinsdag 22 februari 2011

De waarheid

Meneer Janus is eigenlijk een armzalig mannetje dat maar een beetje in een irritant autootje door het land heen en weer rijdt omdat hij bij een tijdschrift werkt. Hij is een held op sokken en dat zegt al genoeg. Toch draagt hij schoenen. Maar dat is slechts een kwestie van indruk maken. Zijn vrouw zegt altijd dat hij de verkeerde schoenen aan heeft. Niet

passend bij de broek die hij vandaag weer draagt. Heeft hij bruine schoenen aan dan zouden het zwarte moeten zijn en andersom. Dat is de tragiek van Janus in een notendop. Janus rookt niet, maar eet des te meer. Daar kan hij hoegenaamd niets aan veranderen. Bij elk pompstation koopt hij een lauwwarme kroket, smeert daar mayonaise op, gooit hem naar binnen en gooit er ook nog eens een candybar achteraan. Altijd dezelfde candybar: die met caramel tussen de chocolade. Zo kan het leven zijn.
Wat heeft het eigenlijk voor zin om slank te worden?, denkt meneer Janus als hij van Amsterdam naar Den Bosch rijdt. De zon priemt voorzichtig door de wolken. Je bent gezonder als je slanker bent, laat iedereen hem altijd weten, maar Janus is daar niet zo zeker van. Van zijn moeder heeft hij geleerd dat een mens beter iets vetter kan zijn. Dat is een goede garantie tegen kou vatten. ‘Hier, neem nog een lekker beetje jus’, zei zijn moeder altijd. Janus denkt met warme gevoelens terug aan zijn moeder, vooral nu de zon steeds meer door de wolken begint te prikken en haar stralen op het dashboard laat vallen.

maandag 21 februari 2011

Balspel

Bij Meneer Janus, die thuis werkt vandaag, wordt gebeld. Moeizaam maakt hij zich van zijn laptop los. Hij was juist bezig aan een leuk verhaal over reuma. Nog gekleed in joggingpak maakt hij de deur open en kijkt neer op twee onooglijk kleine jochies. ‘Hebt u nog voetbalplaatjes?’ vragen de ventjes in koor. Meneer Janus kijkt hen verdwaasd aan. Voetbalplaatjes? Hoe komen ze erbij dat er op dit adres voetbalplaatjes te krijgen zouden zijn? Ziet Janus er uit als iemand die van voetbal houdt? Hij háát het balspel.

Maar het is zoals met zoveel in het leven, een bericht uit de onbegrijpelijke mist van het bestaan. Vermoeid schudt hij het hoofd. Nee zeggen is al te veel. De jochies druipen teleurgesteld af. Meneer Janus leek hun nou net een fijne man voor voetbalplaatjes.